Een aantal voorzieningen (“instellingen”) in de Jeugdhulp in Vlaanderen en internationaal hebben, naast de goede dingen die ze hebben proberen te doen en gedaan hebben voor kinderen, jongeren en gezinnen in moeilijke, kwetsbare situaties, ook één of meer zwarte pagina’s in hun geschiedenis.

Dit is ook het geval met Jeugdoase, één van de deelorganisaties waaruit Sporen vzw is gegroeid.

Het is niet aan ons om de totaalbalans van onze geschiedenis op te maken. Minstens twee belangrijke lessen hebben we wel geleerd.

  • Dat we in onze begeleidingen en in onze organisatie de stem van kinderen, jongeren, en gezinnen zo goed als mogelijk willen horen, en hen/jullie zo veel mogelijk willen ondersteunen in de uitbouw van jullie levens, zoals jullie dat zelf willen.
  • Dat slachtoffers van geweld, misbruik, mishandeling au sérieux dienen genomen te worden.

Dit is één van de redenen waarom we zo gepast, zo eerlijk, zo respectvol mogelijk ons verhaal hieronder brengen.

Mocht je willen reageren, kan dit steeds door te mailen naar jan.tibo@sporen.be (directeur)

Jeugdoase 1964-1985

Het huidige Sporen vzw is de opvolger van de vzw Jeugdoase, die oorspronkelijk de vzw Monitricen van het Gezin was.

Tussen 1964 en 1985 waren er heel wat wantoestanden in het Tehuis Jeugdoase, uitgebaat door de Monitricen van het Gezin: fysiek en verbaal geweld, sexueel misbruik, psychologische terreur… Wat er binnen Jeugdoase gebeurde, werd heel erg afgesloten van de buitenwereld, van ouders en families, van consulenten en Jeugdrechters, van de inspectiediensten.

… De wantoestanden in Jeugdoase toen waren - ook volgens de normen van die tijd - grensoverschrijdend en mensonwaardig. Getuige daarvan zijn de Panorama-reportage, en het Zwartboek, uit 1987. Ook in de commissie van het Vlaamse Parlement werden er vragen over gesteld. Een reorganisatie van de Bijzondere Jeugdzorg en de Inspectie gebeurde op basis van dit soort wantoestanden, die zich ook in andere voorzieningen voor deden.

Wat er gebeurde toen in 1985 de zaken in de openbaarheid kwamen:

Een aantal medewerkers werden buiten dienst gesteld. Eén medewerker werd strafrechtelijk vervolgd. Theunis, die een sekteleider was en onder wiens invloed de Monitricen van het gezin sterk stonden, kwam zelf ook vaak in Jeugdoase. Hij ontsnapte aan vervolging voor seksueel grensoverschrijdend gedrag toen hij overleed.

Er werd een nieuwe directeur aangesteld, en een nieuw team samengesteld, om de werking van Jeugdoase op een pedagogisch verantwoorde en verantwoordelijke manier op te bouwen.

Wellicht was er op dat moment te weinig geweten over de levenslange gevolgen van deze zware en grensoverschrijdende feiten op de levens van de betrokken kinderen en jongeren, en hun gezinnen.

Zeker was er, als we daar nu op terug kijken, te weinig zorg en aandacht voor hen die deze extra zware rugzak de rest van hun leven moesten en moeten meedragen.

In 2013 kwam Sporen opnieuw in de media terecht door verschillende slachtoffers van het vroegere Jeugdoase, die onder andere aankaartten dat van het “donkere” verleden geen sporen meer terug te vinden waren in onze communicatie. Ter gelegenheid van 40 jaar Sporen werd mevr. Lafosse nog aangehaald als de drijvende en stuwende kracht achter de eerste decennia van Jeugdoase. Dit verhaal klopte helemaal niet met de zware wantoestanden destijds. We hebben dat toen recht gezet, en willen dit ook op onze vernieuwde website blijven doen.

In 2013 deden we op verschillende manieren (via een persbericht, via de journalist van De Standaard die het artikel over Jeugdoase publiceerde, via onze website) een oproep aan slachtoffers om zich te melden. Tegelijk lanceerde minister Vandeurzen 1712 als meldpunt voor “historisch geweld in instellingen”. 

Wij werkten samen met het Centrum voor Slachtofferhulp (van het CAW, waaronder ook 1712 valt), een werkwijze uit om op een respectvolle en juiste manier met slachtoffers die zich melden, om te gaan. In die periode meldde zich echter niemand, die in Jeugdoase verbleven had, wel andere slachtoffers.

Daarnaast stelden we de informatie die we zelf hadden bijeengebracht over deze periode, ter inzage beschikbaar op ons Secretariaat op de Geldenaaksebaan 428 in Heverlee (op afspraak).

 

Er werd een nieuwe commissie “Historisch geweld in de Jeugdhulp” opgericht door het Vlaamse Parlement, die haar conclusies publiceerde.

Eén van de resultaten van deze commissie is de oprichting van een Erkennings- en Bemiddelingscommissie; Slachtoffers van misbruik in instellingen worden opgeroepen om zich via het telefoonnummer 1712 aan te melden, in een persoonlijk gesprek kunnen zij dan overleggen of ze de stap naar de Erkennings- en Bemiddelingscommissie willen zetten, en worden zij daarbij geholpen; deze commissie kan hen dan ook helpen om , indien zij dat willen, contact op te nemen met de betrokken voorziening/instelling.

Wij van onze kant, het huidige team van Sporen vzw, willen slachtoffers die dat wensen zo goed mogelijk met raad en daad bijstaan, en ondersteunen ook dat ze zich via 1712 bij de commissie zouden melden.